De Afdeling advisering van de Raad van State heeft haar advies gepubliceerd over het EU handelsverdrag met Canada, CETA. Ik beperk me tot het deel over investor-to-state dispute settlement (ISDS / ICS).
ISDS geeft bedrijven het recht om buiten de lokale rechter om staten aan te klagen. Supranationale tribunalen nemen de beslissing.
ISDS is uit de hand gelopen; dit vloeit voort uit de kenmerken van het systeem: het ontbreken van institutionele waarborgen voor de onafhankelijkheid, gespecialiseerde tribunalen en rechtbanken hebben een neiging de te beschermen rechten te overdrijven, en geen democratische invloed op de ontwikkeling van de betrokken rechten. . Tribunalen trokken zich weinig aan van beperkingen op hun vrijheid.
EU - Canada CETA
CETA geeft buitenlandse investeerders vergaande rechten. De right to regulate waarborgen overtuigen niet. Er zijn enkele verbeteringen wat betreft de institutionele waarborgen, maar specialisatie en geen democratische invloed op de ontwikkeling van de rechten zijn onveranderd aspecten van het systeem. Misschien gaat het verbeterde systeem niet uit de hand lopen. Maar we weten dat niet.
De hoeveelheid investeringen onder de bescherming neemt sterk toe, en in praktijk zal CETA zo goed als niet op te zeggen zijn – in tegenstelling tot losse investeringsverdragen. Een los verdrag, gemakkelijk op te zeggen, zou veel veiliger zijn geweest.
Raad van State:
“CETA bevat geen bepalingen die het ICS in staat stellen af te doen aan de bevoegdheden van lidstaten om regels in het publiek belang te stellen.”
De ISDS / ICS tribunalen zullen de eindbeslissing nemen. CETA stelt ze daartoe in staat. De Raad van State zal bedoelen dat ze niet mógen afdoen aan de bevoegdheden van lidstaten om regels in het publiek belang te stellen. Maar tot nog toe hebben ISDS tribunalen zich weinig gelegen laten liggen aan regels die hun vrijheid belemmeren – en dat kan omdat ze de eindbeslissing nemen. De Raad verzuimt onderscheid te maken tussen niet kunnen en niet mogen.
Later in het advies schrijft de Raad:
“Op deze manier stelt het uitleggingsinstrument buiten twijfel dat CETA geen afbreuk doet aan al de legitieme doelen van overheidsbeleid.”
Min of meer dezelfde fout. Een document kan wel iets stellen, maar hoe zullen ISDS / ICS tribunalen er mee omgaan? Als je een supranationale macht creëert, creëer je een supranationale macht. Je geeft het eindoordeel aan anderen.
De Raad van State steekt zijn kop in het zand.
Voorzorgsbeginsel
Is het van cruciaal belang dat Nederland CETA in deze vorm ratificeert? Nee. Indien Nederland niet ratificeert kan de EU het handelsdeel zelf weer aannemen (EU bevoegdheid) en voor het investeringsdeel met ISDS zijn veiliger alternatieven.
Er kan nog iets anders spelen. Nederland heeft een hoofdkantorenbeleid. We trachten multinationals aan te trekken met het faciliteren van belastingontwijking en het geven van supranationale rechten aan bedrijven. De regering is zeer gehecht aan dit beleid. Indien de Raad van State het advies geschreven heeft met in het achterhoofd de gehechtheid van de regering aan het hoofdkantorenbeleid, om deze reden rede en waarheid geweld aan doet, dan was dit een dubieuze maar ook verkeerde keuze.
Onze beschaving staat op het spel door klimaatverandering. Op dit moment in onze geschiedenis de kop in het zand steken en een instrument doorwuiven dat ons vermogen om resoluut te handelen kan ondermijnen, acht ik onverantwoord.
En omdat de wereld vol met onverantwoord gedrag zit, en we daar niet van wakker schrikken, acht ik het, vanwege de existentiële dreiging, verantwoord, noodzakelijk zelfs, en in lijn met het voorzorgsbeginsel, om het advies als nihilistisch te bestempelen.
Zie ook: EU Court CETA ruling shows failure of ISDS reform