Het is vandaag op de kop af twee weken geleden dat het Europese Parlement in een nu al als
historisch beschouwde stemming het SWIFT-akkoord wat de Europese Commissie met de Verenigde Staten wilde sluiten verwierp. Ambtelijke molens malen soms razendsnel, vandaag heeft er in Brussel alweer een consultatie plaatsgevonden. Vrijschrift was er bij om ook de andere
EDRi-leden te vertegenwoordigen.
Aanwezig waren vooral lobbyisten uit de bancaire sector, de telecommunicatiesector en de burgerluchtvaart. Achteraf werd ook verbazing uitgesproken over het feit dat er geen representanten van de consumentenorganisaties aanwezig waren. Vanuit de
civil society organisaties waren alleen EDRi en
Statewatch aanwezig, het heeft er veel van weg dat de Commissie er niet voor gekozen heeft om een specifieke dialoog met de
civil society over dit onderwerp aan te gaan. Met name de spaar- en coƶperatieve banken in Europa, die verhoudingsgewijs minder vaak dochterondernemingen in de Verenigde Staten hebben waardoor ze door de Verenigde Staten onder druk gezet kunnen worden bleken behoorlijk tegen gegevensuitwisseling met de Verenigde Staten te zijn. Er zijn in totaal een 27 vragen door de Commissie behandeld waarover men reacties vanuit de private sector wilde.
Zo wilde de Commissie weten hoe men tegenover doorlevering van gegevens naar derde-landen stond en in hoeverre een nieuw verdrag als een sjabloon voor soortgelijke verdragen met derde-landen zou kunnen dienen. Hierop is weinig positief gereageerd. Ook werd duidelijk gemaakt dat wederkerigheid van gegevensuitwisseling ten behoeve van criminaliteitsbestrijding een vereiste is, dus dat EU opsporingsinstanties ook gegevens op zouden moeten kunnen vragen in de Verenigde Staten. Ook is een expliciete voorkeur uitgesproken voor uitwisseling van informatie in plaats van ruwe data, zoals nu plaatsvindt. Verder werd luidkeels geklaagd over het feit dat dezelfde gegevens door verschillende opsporingsinstanties in de Verenigde Staten herhaaldelijk werden opgevraagd. Ook werd letterlijk gezegd dat we momenteel alles aan de Verenigde Staten geven wat zij willen. Wat een onthutsend licht werpt op de transatlantische verhoudingen.
Vanuit Vrijschrift/EDRi heb ik aangegeven dat:
- Wederkerigheid een gegeven is, maar er niet toe mag leiden dat data witgewassen wordt, dus dat een Europese opsporingsinstantie een Amerikaanse opsporingsinstantie verzoekt om om Europese data te vragen om zo buiten opsporingsbevoegdheden te treden;
- Uitwisseling tot een minimum beperkt moet worden;
- Europese burgers net zo makkelijk inzage moeten kunnen eisen als in Europa mogelijk is, bij voorkeur bij een Europese instantie;
- Het delen van data voor een zo smal mogelijk werkingsgebied moet zijn, dus niet zoals de Commissie vroeg ook in het kader van civiele procedures.