Het EU-handelsverdrag met Canada (CETA) ondermijnt de bescherming van persoonlijke gegevens, schrijft Stichting Vrijschrift in een brief aan de Tweede Kamercommissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Deze commissie vergadert over tekenen en voorlopige toepassing van het verdrag op 12 oktober. Door voorlopige toepassing zou Nederland voor voldongen feiten komen te staan. (pdf versie)
Aan: Voorzitter commissie BuHa-Os
Zeer geachte heer De Roon,
Op 18 oktober zal de EU Raad van Ministers een beslissing nemen over ondertekenen en voorlopige toepassing van het handelsverdrag met Canada (CETA). In deze brief willen wij er onder andere op wijzen dat CETA de bescherming van persoonlijke gegevens zal ondermijnen.
Canada is lid van de "Five Eyes", een groep landen met vergaande afluisterpraktijken. De Canadese Communication Security Establishment mag buitenlanders afluisteren. Veel internet verkeer met Canada loopt via de Verenigde Staten, doorgaans via steden met NSA afluisterfaciliteiten.
CETA verplicht tot het toestaan van grensoverschrijdende gegevensstromen. De bijbehorende waarborg die de EU ruimte laat om persoonlijke gegevens te beschermen wordt ingeperkt door strikte voorwaarden. Dit ondermijnt het Europese systeem ter bescherming van persoonlijke gegevens.
De verplichtingen met betrekking tot grensoverschrijdende gegevensstromen zullen onder voorlopige toepassing van CETA vallen. Na ratificatie door het Europese Parlement staat Nederland voor voldongen feiten wat betreft gegevensstromen, gebrekkige waarborg, en ondermijning van de bescherming van persoonlijke gegevens. Dit kan worden voorkomen door verplichtingen met betrekking tot grensoverschrijdende gegevensstromen buiten voorlopige toepassing te houden. Indien dit niet bewerkstelligd kan worden kunnen voldongen feiten worden voorkomen door het verdrag niet te tekenen. Dit is noodzakelijk om het Europese burgerrechtensysteem te beschermen.
Wat betreft arbitrage, het idee dat de EU zodanig goed bestuurd wordt dat er niet veel te vrezen valt van supranationale arbitrage is door de beslissing in de WTO Airbuszaak ongefundeerd gebleken. De schade voor de EU kan oplopen tot tientallen miljarden euro's. Gezien de systematische gebreken van supranationale handels- en investeringsbescherming en de verdere gebreken in het ISDS / ICS-voorstel achten we het investeringshoofdstuk een bedreiging voor rechtsstaat en democratie.
Enkele Lidstaten en de Europese Commissie overwegen een verklaring aan CETA toe te voegen. Dit houdt een erkenning in van gebreken van CETA; gezien de ernst van de gebreken kan een verklaring echter geen afdoende oplossing zijn. Zowel de grensoverschrijdende gegevensstromen met bijbehorende gebrekkige waarborg als de supranationale investeringsbescherming kunnen er toe leiden dat het EU Hof van Justitie CETA in de toekomst ongeldig verklaart. Om dit te voorkomen kan Nederland het Hof op voorhand om een opinie vragen.
Met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten, CETA zal de positie van bedrijven die misbruik van het octrooisysteem willen maken versterken en zal hervorming van auteurs- en octrooirecht belemmeren. Nederland kan voldongen feiten voorkomen door het hoofdstuk over intellectuele eigendomsrechten buiten voorlopige toepassing te houden (en niet slechts een enkel artikel uit dit hoofdstuk, zoals het voorstel nu luidt).
CETA is een diepreikend handelsverdrag met grote risico's. Daar staat tegenover dat de verwachte economische opbrengst van CETA laag is. Wij achten een breed en open debat noodzakelijk. Ondertekening zou een dergelijk debat in de weg staan.
Hoogachtend,
namens Stichting Vrijschrift,
Ante Wessels
Voetnoten: